De woestijnen van Namibië – eindeloze leegte en rode duinen
Namibië is een land van uitersten. Bergen, canyons, wildparken – je vindt er van alles. Maar de woestijnen zijn zó indrukwekkend dat ze eigenlijk een apart verhaal verdienen. Want nergens anders ter wereld zie je zulke kleuren, zulke leegte en zulke surrealistische landschappen.

De Kalahari
Als je landt in Windhoek, de hoofdstad van Namibië, en naar het zuiden reist, is de Kalahari waarschijnlijk de eerste woestijn die je tegenkomt. De naam betekent letterlijk “het dorstland” – en dat klopt aardig. Denk aan golvende duinen, rood zand en geelgroene struiken die koppig blijven groeien.

De Kalahari is officieel een semiwoestijn: droog, maar niet zó droog dat er helemaal niets groeit. Integendeel, je vindt er bijzondere planten én dieren. Springbokken, struisvogels en giraffen lopen er rond alsof het de normaalste zaak van de wereld is.

De Namib
En dan is er de Namib, een woestijn die eigenlijk een eigen fanclub verdient. Volgens de boeken is ze ergens tussen de 43 en 80 miljoen jaar oud – wie het precies weet mag het zeggen – maar in elk geval geldt ze als de oudste woestijn ter wereld.

Midden in de Namib ligt het Namib-Naukluft National Park, een enorm gebied van bijna 50.000 vierkante kilometer. Ook al zo groot, maar in Namibië is dat bijna standaard. Vraag een inwoner naar afstanden en je krijgt antwoorden in halve dagen rijden.

Sossusvlei & Deadvlei
Op bijna elke ansichtkaart of reisbrochure over Namibië staat hetzelfde beeld: de Sossusvlei. Een kleivlakte in het hart van de Namib, omringd door enorme duinen in een bijna buitenaards rode kleur. Lees hier over de beklimming van Dune 45.

Vlakbij ligt Deadvlei, een uitgedroogde kleipan. De combinatie van de strakblauwe lucht, de rode duinen en de zwarte, eeuwenoude dode bomen maakt dit tot een van de meest surrealistische plekken die je ooit zult zien.
Het regent hier overigens zelden – soms maar eens in de 50 tot 80 jaar. De vleien, zoals Sossusvlei en Deadvlei, houden dat regenwater lang vast in hun kleigrond. Vooral Sossusvlei leeft er dan helemaal van op: ineens schieten er grassen omhoog en verschijnen er zelfs gele bloemen, een soort lelies.

Rode duinen
Het zand van de duinen bestaat grotendeels uit silicium. De rode kleur komt van een dun laagje ijzeroxide – alsof de duinen langzaam roesten in de zon. Je zou misschien denken dat dit oeroude zand door erosie is ontstaan, maar nee: het wordt nog altijd door de oostenwind aangevoerd vanuit de Kalahari.
En dan de naam: vlei betekent in het Afrikaans “meer”, terwijl Sossus in de Nama-taal “plaats waar water samenkomt” betekent. Ironisch, want meestal is het hier kurkdroog. Maar na een flinke regenbui verandert de vallei in iets magisch – een spiegel van water in een landschap van zand.
Woestijnen saai?
De woestijnen van Namibië zijn misschien leeg, maar ze voelen nooit leeg. Je komt er terug met rode zandkorrels in je schoenen die je maanden later nog vindt, foto’s waar geen filter tegenop kan, en het vage idee dat je misschien tóch beter had kunnen trainen voor die duinbeklimming. Maar geloof me: één keer Namib of Kalahari en je bent verkocht. Woestijnen saai? Echt niet.”