Plaatsje Mwabulugu aan het Victoriameer
“Are you ready?” John staat enthousiast te zwaaien naast drie houten boten die half op de oever liggen bij onze lodge. Een glimlach van oor tot oor die niet van zijn gezicht verdwijnt. We zijn twee nachten bij een prachtige lodge aan het Victoriameer, gerund door twee Nederlandse eigenaren. Alles is hier strak geregeld, vanmorgen stapte ik vanuit mijn safaritent zo onder de douche, gestookt op hout. Alles straalt aandacht en zorg uit. Mooie tenten en bungalows, een bar en zitjes met uitzicht op het meer. Op het terrein de meest uiteenlopende vogelsoorten. Stil voor je tent zitten en kijken en luisteren is al een belevenis. Maar we gaan op pad. Vanmorgen bezoeken we het nabijgelegen vissersplaatje Mwabulugu. John is de gids die ons begeleidt, hij werkt in de lodge en komt uit het dorp.
Victoriameer, het grootste meer van Afrika
Het Victoriameer; water zover je kunt kijken. Het grootste meer van Afrika, gelegen in Oeganda, Kenia en voor het grootste deel in Tanzania. Met een oppervlakte van bijna 70.000 m2. is het meer bijna net zo groot als Ierland. De naam van het meer is bedacht door de Britse ontdekkingsreiziger John Speke, die het meer noemde naar de toenmalige koningin Victoria en ontdekte dat het Victoriameer de bron van de blauwe Nijl is.
Roeiers brengen ons naar Mwabulugu
Ik stap in de boot met drie medereizigers, klaar voor onze boottocht naar Mwabulugu. De drie roeiers achter in de boot hebben het niet heel makkelijk. Tegen de stroom in en door de wind best hoge golven, en dat terwijl je er net een nacht werken op hebt zitten, ga er maar aan staan.
's Nachts vissen en overdag de netten drogen
Na een klein half uur komen we aan bij het dorpje. De vissers zijn bezig om hun netten te ordenen aan de oever, ik denk aan de uitdrukking van mijn Oma: ’s nachts vissen en overdag de netten drogen. Die uitdrukking gebruikte ze voor iemand die na het doorzakken de dag erop tot niets in staat was, hier is dat de manier van leven. De vissers vissen ’s nachts op het meer met hun netten en lichten om de vis te lokken en rusten overdag een beetje uit. De vrouwen gaan daarna aan het werk. Zij verkopen de vis op de markt aan het water. Elke ochtend om 6 uur begint deze markt die een aantal uren duurt en mensen trekt uit de wijde omgeving.
Verkoop van de vis
Geen weegschaal te bekennen op de markt. De vissen worden per stapeltje verkocht. Onder een afdakje rusten een paar vissers uit. Een grote joint zorgt voor ontspanning. Aan de ogen van de visser te zien is dat al goed gelukt. Op zijn verzoek zet ik hem op de foto.
Roofvis in het Victoriameer
We worden enthousiast onthaald door een stevige goedlachse vrouw die samen met haar dochter het eten kookt voor de vissers. Tilapia en nijlbaars staat op het menu. Veel andere vissen zijn er ook niet meer sinds de roofvis de Nijlbaars in de jaren 50 werd uitgezet en zich in een enorm tempo uitbreidde en daarmee andere soorten verdrong. Vooral de cycliden hadden veel te duchten van de Nijlbaars, maar er zijn hoopvolle berichten dat het weer de goede kant opgaat met de -bij ons- bekende aquariumvisjes. De gevangen vis wordt geëxporteerd over de hele wereld. De mensen in het dorp zijn niet degene die daar het meest van profiteren.
Op de markt is de meeste drukte geweest. Eenden, maraboes en witte reigers en kippen scharrelen langs de kleden waar de overgebleven vis ligt te drogen. Handig als er geen koelkast in de buurt is.
Een handje in mijn hand
Ik voel een klein handje in mijn hand. Een klein meisje loopt met mij mee. Een afgewassen shirtje en een kapotte broek, de liefste glimlach van de wereld. Ook mijn medereizigers zie ik hand in hand lopen met de kinderen. Het is maandagmorgen 10 uur. Moeten deze kinderen niet naar school? Ik vraag het John. “Het onderwijs is gratis, maar ouders moeten nog wel zelf de schriften en pennen betalen, voor veel ouders is dat te duur”. De meeste gezinnen hebben 6 kinderen, ze zien dat als de garantie op een goed verzorgde oude dag.
Kleine kinderen zorgen voor hun broertjes en zusjes
Iedereen in de groep is onder de indruk van wat we zien. Kleine kinderen die de zorg voor hun baby broertje en zusje hebben, het enige speelgoed een oude band en dan zijn dat de mazzelaars. Ik denk aan de kamers vol speelgoed waar de meeste Nederlandse kinderen verveeld naar kijken. Ontroerend en verontrustend is het. Welke toekomst hebben deze kinderen? Worden ze visser of verkoopster op de markt? 90 % van de bevolking van dit 2000 inwoners tellende dorpje leeft van de visvangst.
Onderwijs is de kans op een ander leven
Volgens John is onderwijs de enige kans op een ander leven. Omdat we graag iets willen geven doneren we een klein bedrag voor de nabijgelegen school. Ik vraag me af of het werkelijk goed komt, denkend aan mijn eerste bezoek naar Zuid-Afrika en mijn mislukte hulpactie. De intenties zijn goed, je wilt iets doen, maar of het echt zinvol is? Plotseling ben je je weer bewust van je luxe leven en het besef van geluk met de plek van geboorte.
Onverharde hoofdstraat
Wij lopen verder de lange onverharde hoofdstraat van het dorp in. Stalletjes met fruit, winkeltjes en een enkele auto. John: " Het eenzijdige eten in combinatie met ziektes die hier veel voorkomen zoals Malaria, Cholera, Tyfus en Bilharsia zorgen voor vroegtijdige sterfte, waardoor de gemiddelde inwoner meestal niet ouder wordt dan 60 jaar". De eigenaren van de lodge hebben zich ingespannen voor het nabijgelegen ziekenhuis, hopelijk biedt dat verbetering voor de inwoners.
Varen onder luid gezang
De vissers varen ons even later terug naar onze luxe lodge aan het water. Als we er bijna zijn zingen ze ter afscheid een traditioneel lied voor ons. We geven een fooi als dank, het voelt schraal na deze ochtend. Vissersdorp Mwabulugu aan het Victoriameer is een zeer bijzondere ervaring.
Lieve Jaqueline, wat ‘n prachtige weergave van de belevenissen die wij vandaag hadden. Wat ‘n heerlijke luxe en goed verzorgde Lodge, wat n spetterend spannende boottocht over het eindeloos grote meer en wat n bijzondere kennismaking met de lokale bevolking!
Dank je wel Marietta! Het was een geweldige dag hè?